POWERED BY VERAS
Om hergebruik op materiaal-, product-, element- en gebouwniveau te bevorderen, worden paspoorten binnen de bouwsector gezien als een belangrijk middel om te komen tot een meer circulaire bouw. Daarom zijn steeds meer partijen bezig met het ontwikkelen van paspoorten. Een paspoort voor de bouw documenteert digitaal een object in de B&U- of GWW-sector, waar dit uit bestaat (zowel kwalitatief als kwantitatief), hoe het is gerealiseerd en waar het zich bevindt. Het documenteert het eigenaarschap van het geheel en/of de delen. Een paspoort van een object is
daarmee in feite een digitale representatie van het fysieke object.
Doordat paspoorten op verschillende manieren worden ontwikkeld hebben ‘paspoortmerken’ een eigen identiteit. Dit zorgt voor een divers aanbod, dat aansluit bij een diversiteit aan behoeften. Het kunnen vergelijken en uitwisselen van objecten in de bouw is essentieel voor een circulaire bouwwereld. De digitale representatie moet dan ook vergelijkbaar en uitwisselbaar zijn. Door het ontbreken van afspraken tussen paspoortontwikkelaars ontstaat het risico dat dit niet als
vanzelfsprekend tot stand komt.
In dit stadium van nog beperkte toepassing van paspoorten voor de bouw is het waardevol om een raamwerk op te stellen waarop paspoortontwikkelaars zich kunnen baseren. Door het op een gestructureerde en geharmoniseerde manier registreren van data kunnen de waarde en toepassingsmogelijkheden van paspoorten worden vergroot. Een eerste stap in de harmonisatie van paspoorten is met het publiceren van deze leidraad gemaakt. In de circulaire transitie zullen wat
betreft standaardisatie op het gebied van paspoorten voor de bouw nog verdere stappen gezet moeten worden.